Formaataanwijzingen
Formaataanwijzingen
Wanneer in kenmerkcodes een (nog) niet bekend gegeven wordt ingevoerd, moeten punten worden gebruikt om aan te geven welk onderdeel onbekend is. Dit komt voor bij de kmc's 1100 (bij open jaartal of 4025 (bij open nummering) en 4060 (aantal delen).
Voorbeeld:
1100 |
1968 $ 1968-... |
4060 |
.. dl |
4025 |
No. 1 - ... |
Het @ teken vervult in een aantal kenmerkcodes speciale funkties. Zie hiervoor PAR 303.
Sorteercodes voor numerieke sortering bij uitvoer komen voor in de velden 4004, 4006, 321X , 4020, 4820, 4821, 4000, 4160 , 418X , 3000 , 300X , 301X , 3400 , 340X , 350X en 346X
De sorteercodes zijn maximaal 8 posities lang en mogen alfanumeriek worden gevuld (letters en cijfers), echter afhankelijk van de betreffende kenmerkcode. Bij de afzonderlijke kenmerkcodebeschrijvingen wordt vermeld op welke wijze de sorteercode moet worden ingevuld. Gebruik nooit voorloopnullen. In gevallen waarin letters worden ingevuld, zonder dat expliciete aanwijzingen voor de inhoud zijn gegeven, wordt bij voorkeur gekozen voor KLEINE letters.
! ! Worden gebruikt in kenmerkcodes waarin ppn's van thesaurusrecords mogen worden ingevoerd en in kenmerkcodes waarin ppn-verwijzingen van MP/SP-titels worden vermeld. Ppn's van thesaurusrecords komen in het boekenformaat voor in o.a. 3000 , 300X , 301X , 520X, 560X en 65XX (zie PAR 056). Ppn's van andere titelrecords komen voor in 1620, 4000, 4160 , 418X . Door ppn-relaties kunnen achter het ppn gegevens uit andere titels/thesaurusrecords worden geëxpandeerd.
Voorbeeld
3000 |
Jan@Tinbergen!068183763!Jan Tinbergen 1903-1994 |
4000 |
#10#!811959007!@Geschiedenis van Nederland |
Checkdigit: Indien bij nummers (ISBN, PPN etc.) het checkdigit een Romeinse X is, wordt deze bij voorkeur groot ingevoerd. Voor het zoeken maakt de invoer van een grote of kleine X overigens geen verschil.
Elke kmc heeft een eigen functie, variërend van leverancier van een ISBD tekst tot stuurveld voor correcte sortering. Het is van belang dat elke individuele gebruiker zich houdt aan de funktie waarvoor een kmc is ontworpen. Het gebruik van een kmc op een andere wijze dan bedoeld en omschreven in deze richtlijnen, doorkruist dit principe en kan dan ook niet worden toegestaan. Deze regel geldt ook voor lokale en exemplaargebonden kmc's!
In het verleden werd bij een aantal kenmerkcodes indicatoren gebruikt. Dit gebeurde m.n. bij titels afkomstig van LC en BNB. Al deze indicatoren zijn opgeschoond. Indicatoren worden niet meer gebruikt m.u.v. kenmerkcode 326X. De indicatoren worden als volgt ingevuld:
Voorbeeld:
3261 |
<10>@Titel |
Bij herhaalde kenmerkcodes (bijv. meerdere 4201 kmc's) wordt bij uitvoer de oorspronkelijke volgorde van invoer gehandhaafd.